rondje atlantische oceaan

Marokko deel 2: het Atlasgebergte en de woestijn

06-12-2014 15:41

 

Marakesh,

 

Na ons vervelende begin van gister in deze stad (zie vorige blog Marrakesh) zijn wij benieuwd wat vandaag zal brengen. Wij hebben heerlijk geslapen en Sale vrolijkt ons op met haar gekroel en gespeel. De geur van verse broodjes komt ons tegemoet en verse jus d’orange, en zoete thee staan op tafel. Na het ontbijt lopen we richting het grote plein door de smalle straatjes, de mensen zijn nog bezig om de tallozen tassen, riemen, souveniers en andere spullen uit te stallen in de hoop dat er vandaag iets wordt verkocht.

 

Er draven paarden en ezels door de straten met zwaar beladen karren. De eettentjes op het plein hebben plaats gemaakt voor slangenbezweerder en apen aan kettingen waar je tegen betaling mee op de foto mag. Mijn mening: slangen horen niet in mandjes en apen al helemaal niet aan kettingen of in kooitjes. We kiezen er dan ook voor om richting de soukhs (winkeltjes) van Marrakesh te lopen. Of we nu in Rabbat, Mohamedina of Marrakesh lopen de soukhs zijn overal hetzelfde, je wordt aangesproken of je iets wilt kopen en nog net niet aan je haren mee naar binnen getrokken. Rusig op je gemak lekker rond kijken is er niet bij. Wij lopen daarom ook wat sneller door de Soukhs heen. Terug in het hotel frissen we ons op en ontvluchten even de gekheid en drukte van de stad. Op het dakterras genieten we van de middagzon en Sale kan lekker even rondrennen en spelen. Ze valt bijna van 2 hoog naar beneden in het zwembad! Ze is nog geen goede klimmer dus moeten oppassen met haar.

Vanavond willen we met een goed voorbedacht plan de deur uit gaan om ergens te eten, wij willen namelijk geen herhaling van gisteren en zijn toe aan iets echt lekkers. Eerder vandaag zijn wij langs een chique restaurant gekomen net buiten het centrum, the Red House! Dat gaat het worden vanavond! Het pad naar de ingang van het restaurant is aan weerzijde verlicht met kaarsen, binnen zijn de wanden versiert met mozaiektegeltjes en aan het plafond siert een kroonluchter. Naast de deur zit een man met zijn benen over elkaar gevouwen en met een heel klein soort gitaar speelt hij rustige marokaanse muziek. Het eten is heerlijk en de bediening is geweldig. Halverwege de avond word er vrolijke swingende muziek opgezet en worden we verrast door een schaars geklede buikdanseres. Ze beweegt zo makkelijk op de muziek dat het lijkt alsof iedereen dit zou kunnen. Stephan doet dan ook een goed bedoelde poging. Aan elk tafeltje word aandacht geschonken en na 20 minuten verdwijnt ze weer even snel als dat ze was gekomen. De meneer naast de deur gaat weer verder met spelen op zijn gitaartje. Deze dag in Marrakesh heeft ons weer opgeladen voor de komende dagen als wij op weg gaan naar de woestijn.

Op woensdag 16 oktober gaan we dan ook snel op pad, even een huurauto geregeld (hopelijk gaat er niets stuk want de borg was 1500 euro!!) en dan naar het Atlasgebergte! Al snel rijden we Marrakesh uit, en op een lange weg die voor ons ligt zien we in de verte de eerste bergen opdoemen. Dat was nog iets uit het Aarderijkskunde boekje: het Atlasgebergte. De weg gaat over in een krokkelend pad waarop wij langzaam de hoogte inrijden. 

De temperatuur zakt dramatisch en de vergezichten nemen toe, iedere bocht brengt weer wat anders; zwarte grond, rode bergen, groene valleidalen, kleine lemen huisjes, een moskee, wat geiten en kinderen die op weg zijn naar school. Na uren rijden komen we in Dar Isselday aan, een klein dorpje waar onze Bed and Breakfast staat. We hopen dat we Sale hier een paar dagen achter kunnen laten, maar die hoop vervliegt al snel als blijkt dat de eigenaren een grote kat hebben die niets moet hebben van zo’n klein katje. De verzoeningspoging levert Marjolein wat kleerscheuren en een haal over haar been op. Dan maar kijken of Sale de woestijn gaat overleven. De volgende ochtend ontbijten we met uitzicht over de uitlopers van het Atlasgebergte! Okay, we hoeven hier niet te wonen, maar het is wel stukken beter dan het uitzicht vanuit ons huis in Alkmaar. Aangezien we veel willen doen en ook nog op zoek zijn naar Rene en Philip van de zeilboot Scope (die zijn met een huurauto vanuit Agadir vertrokken), gaan wij vroeg op pad. 

 

Onze eerste stop is Ait Ben Houdda, een klein dorpje wat er heel authentiek uitziet en daardoor voor veel films als décor is gebruikt. De eerste was Lawrance of Arabia, maar ook voor the Gladiotor en Games of Thrones zijn hier scenes opgenomen. Gelukkig zijn we vroeg want later op de dag zien we de ene na de andere bustour het dorpje inrijden. Verder gaat de reis naar Ouarzazate. Een grote stad met een internationaal vliegveld, en veel grote filmstudios. Wat een andere wereld: mooie boulevards leiden van en naar het vliegveld en de stad is schoon en opgeruimd. Als Hollywoodster krijg je hier toch wel een andere indruk van Marokko. 

 

 

We bezoeken een van de filmstudios en lopen door de sets van Asterix en Obelix, Cleopatra! Grappig om de achterkant van de decors te zien! We moeten toch nog een keer de film bekijken om te zien hoe het eindresultaat er op het scherm uitziet. Dan eindelijk een berichtje van Rene en Philip! Toch wel leuk om weer andere vertrekkers midden in Marokko tegen te komen. We spreken af op het plein van Ouarzazate en na een snelle lunch en eens even lekker bijkletsen over de Marokkaanse ervaringen tot nu toe besluiten we om door te rijden naar Zagora. Vanuit daar hopen we de woestijn in te kunnen. Een slaapplaats hebben we nog niet maar we gokken erop dat we vanzelf wat vinden. Zo’n 30 km verderop staat opeens een man op de weg en gebaard dat we moeten stoppen. Een beetje wantrouwend komen we tot stilstand en al snel wordt duidelijk dat hij problemen met zijn auto heeft en om een lift verlegen zit. Dat was niet de planning, maar hij ziet er ongevaarlijk uit en Marjolein is er van overtuigt dat zij wel van hem kan winnen. Abdil had zijn familie bezocht in Ouarzazate en was op weg naar huis, toen zijn auto ermee op hield. We besluiten om hem naar zijn oom te brengen (zo’n 100 km verderop, maar ja afstanden liggen hier wat anders). Bij zijn oom aangekomen worden we getrakteerd op Marokkaanse thee en wat blijkt: zijn oom zit ook in de woestijnexcursies. Okay, dit is wel een hele goede truc om toeristen te vinden voor een dromedarissentocht en een overnachting in een bedoeinentent; op 100 kilometer voor je winkel gaan staan liften naast een kapote auto! We overleggen even met Rene en Philip en besluiten op het aanbod in te gaan. 

Abdil neemt ons na de thee mee naar onze bedoeinentent. We moeten nog wel even 150 kilometer rijden dus het is al acht uur ‘s avonds als we van de weg af gaan en de woestijn inrijden. Het is goed dat Abdil mee is want ANWB paddenstoelen staan er niet. Ik ben benieuwd hoe de renault Clio het gaat volhouden en heel even denk ik weer aan die 1500 euro borg. Uiteindelijk komen we rond 2100 uur aan bij ons kamp in de woestijn. We zien niet veel dus we struikelen een beetje een grote tent in, waar wat jonge Touareq jongens zitten met wat Franse toeristen. De Fransen hebben al iets teveel gedronken en aan de wiet gezeten en na zo’n lange dag in de auto besluiten we na het avondeten snel onze tent op te zoeken.

De tent is toch wel een domper, want we zijn erg moe, maar we hebben maar 1 deken, een paar ranzige lakens, 2 hele dunne bedjes en een tent waarvan het dak niet helemaal dicht is zodat we de hele nacht zand naar binnen krijgen. Even moet ik weer terug denken aan bivaks bij de marine, waar je vlak voor vertrek een slaapzak kreeg uitgedeeld die sinds de laatste bivak niet open was geweest en waar iemand drie dagen bezweet in had gelegen. Je moet even door de stank en het gevoel heen, maar uiteindelijk val je wel in slaap. ‘s Ochtends kunnen we eindelijk rondkijken en zien we hoe de omgeving eruit ziet! Zand, zanduinen, stenen, rotsen, bergen, een paar tentjes en 2 dromedarissen. We hebben wel een 1 ster bedoeinentent te pakken want later zullen we zien hoe de 4 sterrententen eruit zien. Maar wat een overgang hebben we gehad van onze B&B in het Atlasgebergte naar deze bedoeinentent vlakbij de Algerijnse grens. Na een lekker ontbijt lopen we rustig terug richting de tent om Sale eten te geven, maar de tent is leeg. Sale is ervandoor, de woestijn in! Een klein drama begint zich af te spelen en we merken dat we toch wel iets meer van katten houden dan we tot nu toe toegaven. Okay, misschien dan alleen deze kat. Ik spring in de Renault Clio en rijd door de omgeving naar andere tenten  (er zitten wel wat wazige figuren in sommige van die tenten, maar ja, na een paar dagen op zee zijn wij misschien ook wel een beetje wazig dus ik kan me voorstellen dat de woestijn ook wel wat met je doet).

Philip, Rene en Marjolein kammen intussen de omgeving af. Een kwartier zoeken gaat over in een half uur en dan zijn er al 45 minuten voorbij, en dan zie ik Philip zwaaien! Hij heeft Sale gevonden, of zij heeft hem gevonden. Ze kwam uit het niets uit de woestijn naar hem toegelopen. Wat een opluchting! 

Nadat onze hartslag wat gekalmeerd is gaat deze snel weer omhoog want we gaan nu met onze gidsen op dromedarissentocht. Het opstijgen en blijven zitten als een dromedaris opstaat levert wat hilarische momenten op en van de dames wat gegil. Maar dan op pad, 4 dromedarissen, 4 Nederlanderse vertrekkers, op het schip van de woestijn! Ik voel me net Lawrance of Arabia, totdat mijn dromedaris besluit te pissen en als een nijlpaard met zijn staart begint rond te zwaaien, ik zit benedenwinds en krijg van mijn nek tot mijn billen alles over me heen. Wat een hilariteit (bij de anderen) en wat een stank bij mij. Alsof de vernedering niet genoeg is besluit hij het even later nog een keer te doen. De stank is 2 wasbeurten lang in mijn kleren blijven zitten en pas sinds kort durf ik de broek en t-shirt weer aan. De tocht gaat door zandduinen, over rotsige bodems, onder een hete zon, langs een skelet van een dromedaris en richting een andere tentenkamp voor een pauze. 

Natuurlijk lopen we niet dagen door de woestijn en zal een tocht naar Timbouctouc van 51 dagen een hele andere belevenis zijn, maar voor ons is het een unieke tocht. Na de pauze (waar Marjolein nog even achter haar dromedaris aan moest rennen want die was weggelopen), lopen we in een uurtje weer terug naar ons vertrouwde tentenkamp. Die avond hebben onze gidsen: Moustafa en Hoessein nog wat muziek en zang voor ons in petto. Ze zingen over de woestijn en de veranderingen! Over het verleden en hoe alles is veranderd sinds er een dam gebouwd is in de vallei. De dam zorgt ervoor dat men in Ouarzazate kan zwemmen en voldoende water heeft maar alle dorpen en valleien verder naar het zuiden zijn langzaam aan het uitdrogen. Hoessein moet 4 uur lopen om bij een put te komen om de dromedarissen water te geven. Na de muziek is er tijd voor het avondeten. De Tarin met Couscous vindt gretig aftrek bij Philip en wat minder bij de rest! Moustafa en Hoessein blijven lang zitten en stellen 1001 vragen. Dit is hun leerschool en op deze manier leren ze veel verschillende talen (Frans, Engels, Duits, Japans, en dan nu Nederlands).

Uiteindelijk laten Philip en Rene hun nog wat spelletjes zien op de tablet, maar dan liggen wij allang te slapen. Overigens hebben we de 2de nacht een andere tent uitgezocht, extra matras en dekens gepakt en de lakens nog eens goed uitgeklopt en slapen we als babies. De volgende ochtend rijden we weer terug naar Ouarzazate en maken we dankbaar gebruik van het water wat door de dam wordt opgevangen en nemen we een heerlijke warme douche. Wel tegenstrijdig als je net hebt gezien wat voor effect onze luxe heeft. Maandag 20 oktober rijden we in 1 keer terug naar Marrakesh, en na de auto volledig gepoetst en met een geplakte achterband weer ingeleverd te hebben stappen we snel op de trein richting Mohammedia. Daar komen we ‘s avonds om 1700 uur aan in een enorme stank aanboord. Pfff, wat een gedoe, de koelkast heeft de accu’s leeggetrokken en alles wat er nog in lag is goed verrot. In plaats van een rustige avond, wordt het koelkast leeghalen, uit de kast halen, accu’s proberen op te laden, en alles schoon maken. Als dit niet genoeg was kreeg ik ‘s avonds ook nog eens last van de Berry Berry. Wij besluiten dan ook om niet dinsdag maar woensdag 22 oktober naar de Canarische eilanden te vertrekken.